#TBT #Repost Auspicious viewing #2004

In kindergarten we were given a little piece of land in which each of us children planted three garden peas. That was the moment I developed my love for growth. The putting out buds of a tree. The waxing of the moon. The germinating of an idea. The unwrapped present. The development of a book. The beginning of a new year. The freshly ironed linen on the bed. Love.

Lilith

Ik ben Lilith. 

Ik ben de eerste vrouw.

Ik leefde met Adam in de tuin. 



Nu niet meer.  
Dat is wat je denkt. 
Hij is mijn evenknie.
We zijn dat samen van elkaar. 





Yes!! Patricia Ghijsens Ezcurdia en ik werkten een tweede deel uit: Lilith! Deze keer lieten we de boekjes riso printen bij Afreux. Net zoals de vorige keer, zijn het 100, gesigneerde exemplaren geworden. In het Nederlands of in het Engels, if you like... . Via mij verkrijgbaar, of via uw favoriete boekenboer -- De Groene Waterman. 

De tekst voegde ik in augustus 2025 toe aan deze post.


Lilith



Ik ben Lilith. 
Ik ben de eerste vrouw.
Ik leefde met Adam in de tuin.


Weet je, het doet er niet toe hoe 

het indertijd echt gegaan is. 


Wat ik zei en deed. 

Wat hij zei en deed. 

En toen dit. 

En toen dat. 


Mijn woorden zijn jarenlang, 

wat zeg ik, eeuwenlang, 

verdraaid en vervormd. 

Mijn acties verzwegen en mijn 

gehele bestaan is op slinkse wijze

uit het verhaal geschreven.

Nu kan je me nog zien.

Nu niet meer. 


Je hebt hoogstwaarschijnlijk nog nooit van mij gehoord. 

En moest het toch, dan denk je: wat een strekenwijf. 


Zij heeft het zelf gezocht. 

Zij deed moeilijk. 

Zij had beter geluisterd. 

Naar hem. 

En gehoorzaamd.


Maar nee, ze wou on-af-han-ke-lijk zijn. 

ZELF-STAN-DIG. 

Aantonen dat ze zijn gelijke was. 

En kijk wat er van haar geworden is. 


Dat is wat je denkt. Ik zie het wel! 


Alleen, ik ben geen dociel schaap. 

Mij dwing je niet in dat keurslijf. 

Ik weiger erin te passen. 

Ik ben zijn naaste.

Hij is mijn evenknie. 

Wij zijn dat samen van elkaar. 


Want ik ben Lilith. 

Ik ben de eerste vrouw.


Samen met Adam werd ik uit het stof der aarde geschapen. 

Er werd levensadem door onze neusgaten geblazen,

en zo kregen we een ziel. 

We werden zelfs gezegend met het gebod dat we vruchtbaar 

moesten zijn en talrijk worden. 


Dit lieten we ons geen twee keer zeggen. 

Het was heerlijk en zoet. 

We speelden en beminden elkaar. 


En het was allemaal goed. 


Dat was op dag zes. 

We leefden in dat heerlijke hof. 

We kwamen niks tekort. 

Dachten we. Dacht hij. 


Maar het begon bij mij te steken. 

Niet de dieren. 

Niet de vissen. 

Niet de vogels. 

Niet de planten. 

Niet de zon en de maan. 

Niet de mooie gouden kooi 

die glinsterde als een ster in de nacht. 

 

Ik wilde niet langer onderaan liggen bij het vrijen.  

Dat zei ik ook. 


"Ik wil niet langer onder jou liggen. 

We zijn gelijk aan elkaar. 

We zijn beiden uit de aarde gemaakt. 

Ik kan even goed jou berijden."


En ik zag hem zuchten. 

Ik zag dat dit niet was wat hij wou. 

Ik zag dat hij me dwars vond. 

Ik zag dat hij weigerde naar me te luisteren. 


Hij hield maar vol dat ik gemaakt was voor die positie.  

Zo was het bedoeld. 

Ik moest ontvangen. Niet hij. 


Hij was superieur aan mij. 

Hij had als enige het recht om bovenop te liggen.


Hoorde ik dit goed? 

Hoezo, hij, het enige recht? 

We waren toch zonder verschil? 


Stoom kwam uit mijn oren. Het werd rood voor mijn ogen. 

Ik voelde mijn bloed koken, hoe het koude zweet me uitbrak 

en mijn haren rechtop gingen staan. 


"Fok dees!"

riep ik. 

"Fok dees!"

Ik vloekte, stampvoette en was buiten mezelf. 

Ik spuwde vuur en braakte scheldwoorden. 


Op dat moment zei ik ook de onuitsprekelijke naam, 

en vloog de lucht in, de tuin uit. 

Mijn vrijheid tegemoet.  


Adam kwam niet achter me aan. 

Blijkbaar vond hij dat niet de moeite. 

Nee, hij ging klagen. 

"De vrouw bij mij, ze vluchtte van me weg!"


Ik denk niet dat hij vertelde waarom dat gebeurd was. 

Ik weet zeker dat er ook niet achter werd gevraagd. 

Ik was van meet af aan de lastpost. 

Ik zorgde voor problemen. 

Ik was ongehoorzaam. 


Er werden drie engelen achter mij aan gestuurd. 

Senoy, Sansenoy en Semangelof. 


Ze vonden me in het water, ten westen van de tuin. 

Senoy gebood me om terug te keren. Maar dat wou ik niet. 


Sansenoy dreigde dat er iedere dag honderd van mijn 

kinderen zouden sterven.

Ik liet me daar niet door afschrikken. 


Toen wilde Semangelof me verdrinken. 

Maar als zij het spel zo vuil wilden spelen, dan ik ook. 


Fair is fair. 


"Laat me toch met rust, idioten! 

Snap het dan toch, ik wil niet bij Adam in de tuin leven. 

Het is geen paradijs als ik zijn gelijke niet ben. 

Ik wil alleen daar wonen waar dat wel kan. 

Zolang het niet is, laat me maar een geest zijn. 

Onzichtbaar en krachtig. 


Maar als vergelding, op dit hele 

verachtelijke spektakel, 

dit ongerief, zal ik baby's ziek maken. 


Als het jongens zijn, zal ik vanaf hun geboorte tot 

dag acht macht over hen hebben. 

En als het meisjes zijn, vanaf de geboorte tot dag 

twintig."


De drie engelen keken elkaar radeloos aan. 

Ze smeekten me met hen mee te gaan. 


Ik schudde mijn hoofd vermoeid van nee, 

maar bezwoer hen dat wanneer ik hun namen 

of beeltenis op een amulet zou zien, 

ik de baby niets zou aandoen. 


Dat deed ik allemaal omdat ik niet terug wilde gaan. 

Omdat ik niet langer als een mindere behandeld wilde worden. 

Om mijn vrijheid te behouden. 

Autonoom te zijn. 


Dus nu besta ik haast niet meer. 


Of ben ik voor velen een demon. 

Voor anderen een spiritueel wezen. 

Enkelen zien mij als heldin. 


Ik ben Lilith. 

Ik ben de eerste vrouw. 


Op het nachtkastje VIII

De komende tijd (her)lees ik:



• The Treehouse van Naomi Wolf.
Zij redde zich een hele tijd lang best goed zonder de levenslessen van haar vader. Maar op een dag kocht ze in een opwelling een huis buiten NY, en in een prachtige boom op het terrein wilde ze met haar dochter een boomhut bouwen. Nu kan Naomi Wolf een hoop, maar een hamer had ze nog nooit in haar handen gehad. Echt een klus voor Leonard, Wolfs vader, bohemien, dichter en duizendpoot. De fantasievolle en invoelende wijze waarop haar vader met zijn kleindochter omgaat tijdens dit project, trof Wolf diep. Ze vroeg Leonard achter zijn levenslessen, die hij al jaren aan zijn poëziestudenten leerde en waar zij nooit naar had willen luisteren. Een inspirerend en ontroerend boek over vaders en dochters, levenskunst en geluk.  

Bird by Bird van Anne Lamott. De titel verwijst naar een moment uit Lamotts jeugd. Haar broer, die toen tien jaar oud was, moest op een avond een werkstuk over vogels zien af te krijgen. Iets waar hij al drie maanden eerder aan had moeten beginnen. Hij zat aan de keukentafel, bijna in tranen, omringd door papier, potloden en ongeopende boeken over vogels, geïmmobiliseerd door de omvang van de taak die voor hem lag. Toen ging hun vader naast hem zitten en zei: “vogel voor vogel, maatje. Neem het gewoon vogel voor vogel”. Dit is een essentieel boek, vind ik, voor jong en oud. Of je nu veel leest, schrijft of totaal niet. Het is hilarisch, menselijk en je kan het op veel gebieden in je leven toepassen.  
 

• En drie boeken van Arita Baaijens: Zoektocht naar het paradijs, Een regen van eeuwig vuur en Paradijs in de polder. Ik las laatst een interview met deze hedendaagse ontdekkingsreizigster, schrijfster, fotograaf en bioloog en was geprikkeld door haar visie op o.a. ecologische intelligentie, inzet van verbeelding en herijking mens-natuur. Heel benieuwd dus naar wat ze allemaal te vertellen heeft. 

Op het nachtkastje VII

De komende tijd (her)lees ik:


Afbeelding gevonden via Pinterest.

• Omwille van deze 'gekke' tijden waarin we leven: Ademen: hoe lucht je leven kan veranderen van Jessica Braun. 
Vanaf je eerste ademhaling werken je longen als het goed is vanzelf. Behalve wanneer je last hebt van chronische longziekten, astma of slaapapneu. Tegenwoordig zijn dit wijdverspreide ziekten en al diegenen die niet ziek zijn snakken ook naar adem, piepen en snuiven. Journalist Jessica Braun laat zien hoe de adem lichaam en ziel verbindt. En hoe je de kunst van het ademhalen kan leren. 

• Daarbij aansluitend, Breath van James Nestor. Dit boek gaat ook over onze ademhaling, en zet alles wat je dacht te weten over je meest fundamentele biologische functie op zijn kop, op basis van medisch onderzoek en recente studies op het gebied van psychologie, biochemie en menselijke fysiologie. 


• Het moois dat we delen van Ish Ait Hamou. Een roman over een jonge vrouw en een oude man die in dezelfde buurt wonen, maar elkaar niet kennen. Zij probeert met de moed der wanhoop een nieuw leven te beginnen. Hij leeft in het verleden. Tot ze op een dag tegenover elkaar staan en ontdekken dat hun leven onlosmakelijk met elkaar verbonden is.

• De ontembare vrouw als archetype in mythen en verhalen van Clarissa Pinkola Estés. Deze Jungiaanse psychoanalyticus sprokkelde voor dit boek vele bekende en minder bekende sprookjes, mythen en verhalen uit de hele wereld bijeen. Op betoverende wijze vertelt ze deze oude teksten na en legt ze haarscherp de diepere betekenis ervan uit.