Marcella


Ik moet iets bekennen. Oma is vorige week zondag overleden, en we nemen vandaag afscheid van haar. Zelf ben ik de donderdag ervoor nog op bezoek geweest. Een half uurtje bracht ik samen met haar door. Dertig minuten waarin ik wat vertelde, wat huilde, oma’s handen inwreef met handcrème en vroeg of ze nog eens een keertje kon glimlachen naar mij? 

En toen trok ze een grimas. Wat er daadwerkelijk in haar omging wist ik niet. En hier komt mijn bekentenis: tijdens dat halfuurtje trok ze meerdere keren met haar mond, en het is hierdoor, door de non-communicatie tussen ons beiden, dat ik al veel eerder afscheid van haar had genomen. 

Taal is een brug, zegt men, maar het is een brug die terzelfder tijd de kloof installeert waar ze overheen gaat. Wat er onder die brug ligt, zijn we kwijt. En mijn oma … was ik al even kwijt. 

Maar wat NIET weg is en wat ik altijd bij me zal dragen, zijn de mooie herinneringen die ik heb aan Grote oma. En daarbij horend ook Kleine opa, die vandaag, precies vijf jaar geleden, stierf. 

Al die keren dat ik bij hen ben blijven slapen in de Leopold III-laan en ik samen met oma naar Matlock keek. Of naar The Bold and The Beautiful. Of Sons and Daughters. Of Neighbours. Of Die Schwarzwaldklinik. Oma die dan vaak 's ochtends "kloeg", terwijl ze me een boterham met platte kaas en suiker maakte, over het feit dat ik had liggen woelen in bed en haar had wakker gehouden. 

Toen ik in het secundair zat, en bij mijn hogere studies, ging ik ook studeren bij oma en opa. Aan een tafeltje, in de speelkamer. En hierbij werd er regelmatig gepauzeerd om in de living naar Roland Garros te kijken. Oma heeft me de regels van het tennisspel regelmatig trachtte uit te leggen, maar ik snap er nog steeds geen tennis-bal van. 

Oma die mij haar versie van konijn met pruimen leerde maken in het kader van mijn kookproject. Dat is ook alweer twaalf jaar geleden, de tijd vliegt. Zij was het die me leerde om de saus te binden door een beetje mosterd te smeren op een stukje brood. Dit bovenop het konijn te leggen en de deksel terug op de pot te doen. Best serveren met kroketjes en een frisse salade. Nog steeds genieten mensen bij mij thuis van dit gerecht. En haar geheime ingrediënt, dat wil ik gerust prijs geven, … was siroop. 

Zij leerde me Patience spelen, en Rummikub. Zij schreef me brieven als ik op bivak ging met de Chiro, au-pair was in Knokke of in Roemenië zat op Erasmus. Ze noemde me dan haar lief Annemieke, en vertelde bijvoorbeeld dat ze blij was dat Pasen weer voorbij was. Heel plezant allemaal, die familie, maar druk!! 

Van haar kreeg ik elk jaar een verjaardagskaart en van oma en opa kregen alle kleinkinderen “een cent” met Nieuwjaar. 

Het was ook bij hen dat ik mijn eerste job had. De gelijkvloers poetsen op zaterdagvoormiddag. Soms ook het stalleke. En tijdens schoolvakanties werd er al eens gevraagd om het koper te laten glimmen. Ik meen me te herinneren dat mama en tante Hilde de boven stofzuigden. Eerst zette ik alle zetels, bijzettafeltjes en stoelen aan de kant, het tapijt werd omgeplooid, dan stofzuigen, vervolgens met nat en afsluiten met droog. Pauze, waarbij er een koekje klaarlag. Daarna het toilet en de hal dweilen en tenslotte de keuken een grondige beurt geven. 

Ik heb vele zaken waar ik met veel warmte en liefde aan terugdenk, maar ik wil eindigen met één van mijn fijnste herinneringen. Samen met oma en opa iets drinken in café Euro. Wat ooit begon met toevallig op een dinsdag naar hen te zwaaien op de fiets van school naar huis (Hé, mijn grootouders zitten daar achter het raam!), tot de week erop binnengaan om hallo te zeggen en te vragen hoe het met hen ging en vervolgens te blijven plakken voor een chocomelk, werd lang een wekelijkse afspraak. Ik kon in het weekend bij hen op bezoek zijn geweest, maar dan werd er ook afscheid genomen met de woorden: “Tot dinsdag, in de Euro!” 

Dat gaat nu niet meer, … dus parafraseer ik, … uit één van haar brieven: 

Dag oma, tot later! Dikke zoentjes van jouw kleindochter, Ann 

Genk, 26 november 2016