De vrouw van Eddy Kleintjes poetste elke maandag grondig hun huis. Het wás de poetsdag van de week en daar kon niets aan tornen. Net zoals er op dinsdag werd gewassen en ’s woensdags gestreken. Ze hield van duidelijkheid in het leven.
Wanneer de eerste waterige zonnestralen schenen, voelde ze het kriebelen in haar onderrug en vingers. Dan werd gedurende een tweetal weken alles héél goed gedaan.
In het groot.
Tot in de kleinste hoekjes.
Dan veegde ze al het grijze stof dat zich op de plinten en deurstijlen had verzameld weg.
Dan mestte ze alle kasten goed uit. Ze haalde ze helemaal leeg, klom op een stoel of zakte steunend en zuchtend door haar benen om overal te kunnen geraken… .
Dan waste ze de ramen, om te eindigen mét krantenpapier. In 2022, wie deed dat nog?
Ze boende, kuiste, zuiverde, borstelde af, ontsmette, schuurde, waste zich een slag in de rondte.
Oud papier, glas en gebroken koffiekopjes, kledij die Eddy en haar niet meer stond of paste (was ze het voorbije jaar weer wat verdikt?) werd naar de kringloopwinkel of het containerpark gebracht. Daar stuurde zij Eddy om. Had hij ook zijn bijdrage gedaan aan deze lenteschoonmaak.
En wanneer het hele huis van boven tot onder gereinigd was, nam ze een lang, heet bad in de badkamer die weer eventjes - eventjes glansde als nieuw en waarvan de tegels nog niet terug dof waren geworden. Ze lag dan tevreden in het water te weken en genoot van het opgeruimde en schone gevoel. Ze had voor dit nieuwe jaar weer alles op orde! Want als je te veel vuil onder de mat veegt, struikel je op den duur over de bobbels.
Ten slotte kleedde ze zich terug aan, deze keer iet wat deftigs, spoot wat parfum op haar polsen, wreef ze over elkaar en dan naar haar hals en liet ze zich door Eddy trakteren op een etentje.