Jan

Leuven, 28 april 2016 

Dag moeder, 

Dank voor uw brief, het deed me deugd. Ik word soms toch echt gek, hier binnen. Gaat het al beter met onze pa zijn rug? Hoe gaat het met Patrick? Gaat die nog naar school? Zeg maar tegen hem dat zijn grote broer vind dat hij dat moet doen. Niet brossen, of andere streken uithalen, want dan eindigt die net zoals ik. Mijn zaak komt over een maand voor, heeft mijne advocaat gezegd. ‘Schriel menneke’, noem ik hem stiekem. Hij is zo klein en mager, en verzuipt in zijn kleren. “Moet diene u verdedigen, of wa”, lachen de mannen op de gang, “diene rechter eet hem op”. “Bemoei u met uw eigen zaken”, roep ik dan. Pisnijdig word ik ervan. Maar ze hebben wel gelijk, en mijne advocaat moet wel zijn best doen. Niet dat ik vind dat ik niks gedaan heb. Moe, dat weet ge ook. Het was niet serieus van mij om te dreigen dat bierglas in die gast zijn gezicht te steken. Maar hadden ze nu echt zes flikken moet sturen? Als die vriendelijker waren geweest tegen mij, dan was ik ook niet beginnen stampen. Mijne advocaat zegt dat er voor 20.000 euro scha is aan het café. Maar daar geloof ik niks van. Dat heb ik niet alleen gedaan. Die flikken hebben ook dingen kapot gemaakt. En dat de poes van het café plat gemaakt is onder een tafel is niet mijn schuld. Dan hadden ze me maar niet op die tafel moeten neerdrukken. Maar wel jammer van die poes. Moe, ge weet dat ik ne dierenvriend ben. Dus ik heb mezelf voorgenomen, wanneer ik vrijkom, ik een nieuwe poes naar het café zal brengen. Wanneer dat zal zijn, weet ik niet. Ik hoop niet te lang, en zal alles doen om vervroegd vrij te komen. Misschien al binnen zes maanden? Moeder, eigenlijk weet ik niet meer zoveel van diene avond. Maar dat komt door de pep. Ik ben daar nu mee gestopt. Echt waar, de sociale dienst helpt mij daarbij. Maar het is niet gemakkelijk. Er zijn gasten op de gang die van alles verkopen, maar ik doe daar niet aan mee. “Gij zijt ne slijmbal”, zeggen ze dan. “Gij wilt het lievelingske van den Centraal zijn” Maar dat wil ik niet. Ik wil alleen zo vlug mogelijk vrij zijn. Mijne advocaat zegt dat als ik gene pep meer pak, het makkelijker gaat zijn voor m’n zaak. Dus daar houd ik me aan. En dat hij maar z’n best doet, het schriel manneke. Zo moe, ik ga u nu laten want ik moet vandaag vijf brieven schrijven en ge zijt de eerste waarop ik antwoord, dus nog vier te gaan. En ik moet nog bellen met mijne advocaat. Wanneer ge binnen twee weken op bezoek komt, breng ge dan nog een broek en twee paar sokken voor me mee? Doe de groeten aan ons va en aan onze Patrick. 

Jan

Cynthia XXVI

10. 

 Grijze lucht vanmorgen, maar me daar niet door laten doen. Sinaasappels geperst, yoghurt in een schaaltje. Moment van weinig en veel. Naar buiten gegaan. Naar de vijvers. Op een teras koffie gedronken. Krant op schoot. Pen en notitieblok in de buurt. Genot intens. Zo gaat de tijd traag. Ik leef in dat tempo of niet. Er speelt een liedje op de achtergrond. Nu luidden de kerkklokken over de muziek heen. Eindelijk klinkt het mooi samen. Beide momenten repeterend. Om me heen arriveren mensen, terwijl anderen vertrekken. Waarheen, waarom, met wie en hoe? Verschillende verhalen dienen zich aan en ik had me er lang geleden al bij neergelegd dat ik die nooit ging kennen. Toch bedacht ik ze graag. Verhalen of geschiedenissen ontstaan ook maar na menselijke tussenkomst. Want als persoon willen we binnen ons leven enkele waarden gerealiseerd zien. We willen bewust en zelfbewust kunnen leven als zelfbepalende personen die vrij zijn. We zijn handelende wezens die iets willen verwezenlijken in hun leven. En we willen begrijpen. Kleine verhalen (Die van het meisje aan kassa 4, een bloesje in de uitverkoop, een melodie of de geur van de tuin na een regenbui.) zijn er om ons een bestaansrecht en identiteit te verschaffen en doen daarnaast aan informatieoverdracht. Ze passen bijna altijd binnen grotere verhalen, die weer gebaseerd zijn op ideeën over hoe de wereld in elkaar zit, over wat het Grote Mysterie of het Sublieme is. 
   ‘De dieren abstraheren niet’, schreef John Locke. Hij benadrukte hierdoor het feit dat het menselijke gebruik van symbolen om zo de wereld te begrijpen, de mens onderscheidde van ruwweg miljoen soorten dieren en honderd tweeënnegentig verschillende soorten apen. Symbolen zijn instrumenten die ruwe intelligentie in cultuur omzetten. Zonder hen zou een mensenleven bestaan uit directe sensaties, beperkt tot een verleden dat korter is dan zijn eigen leven, en bij de genade van een toekomst waar hij nooit voorbereidingen voor kan treffen. In een dergelijke wereld, zou uit het gehoor, buiten bereik zijn en uit het zicht, uit de geest zijn.    Of het allemaal gebeurde door een langzaam dagend bewustzijn, of door een reeks spontane geestelijke vonken die een sluimerende verbeelding aanstaken is niet duidelijk, op een bepaald punt werd de dwaas bedachtzaam. Misschien starend in een vuur zag iemand, ergens, ooit, plotseling een gezicht in de trillende vlammen. Op dat ogenblik ontstond de geest en stapte de mens door het kijkend glas. Bewust geworden van zichzelf, kon de mens talen uitvinden om gedachten mee te delen, zijn omgeving te bewerken, concepten te creëren om ideeën uitdrukken, en beelden tot stand brengen om zich te identificeren met de superkrachten uit de natuur die hem omringden. 
   En vanaf het moment dat we de wereld konden verklaren, deden we niets anders meer. Wilden we ook niets anders meer doen. Kunnen we ook niets anders meer doen. Compulsief zijn we op zoek naar de uitleg, en het hangt van de tijdsgeest af, welk verhaal geacht wordt juist te zijn en welk niet. Of het moment waarop een steen wordt verplaatst en nieuwe dingen naar boven komen. 
   Uiteindelijk hopen we dat alles met alles samenhangt. Dat er overal een reden of een oorzaak voor is. Dat niets zomaar gebeurt. Toch? Er moet eenvoudigweg een plan, een bedoeling zijn. De dingen kunnen niet 'niet zijn'. Behoed me voor het schrikbeeld van de willekeur. Laat alles een betekenis hebben. Tenzij je beseft dat ons bestaan in het hier en nu een vierdimensionale pixel vormt in het oneindige weefsel van ruimte en tijd; dat wij onlosmakelijk verbonden zijn met quasars en quarks, met oerknal en eindzucht. Hoe ongepland het leven ook verloopt en welke hoofdrol er ook is weggelegd voor onzekerheid en toeval, wij maken deel uit van dit bizarre, wonderlijke universum. Onbeduidend, natuurlijk, maar op de manier waarop de waterdruppel onbeduidend is in de oceaan die er zonder waterdruppels niet was. Toeval bestaat dus. Gelukkig maar. Zonder toeval was er geen verrassing, geen verbazing, geen verwondering. En zonder verwondering, geen geschiedenis, geen verhaal.

Cynthia XXV

De volgende dag was Mark Beetch dan ook niet zomaar verdwenen. Mensen doen dat niet zomaar, plompverloren. Terwijl ik het station in liep om informatie, hield hij een taxi aan, en stapte in. Nu kan je me nog zien, en nu niet meer. De wagen bracht hem naar de nette, maar Spartaanse kamer, nummer 4 in Pension Norma. Veel dacht hij niet na toen hij kleren en toiletspullen in zijn tas gooide. Dat ze misschien wel eens ongerust zou worden, zich dodelijk zorgen makend. Het deed hem weinig. Mark kende haar als een taaie. Ze zou er wel over heen komen. Hij nam wederom een taxi, die hem naar het vliegveld bracht, kocht een vervroegd ticket en vloog naar huis. 
   Daar gearriveerd belde hij Justus op. 
   ‘It’s over. Finished. Yeah, I kind of left her in Barcelona. I actually didn’t say goodbye to her. Just took a cab. I know, that’s stupid, but I can’t call her right now. Can you do it? So she wont be worried? 
   It was fun. I mean it. The time that we spent together was great. We had lots of laughs, lots of good times. But now it's time for something else. It's not Cynthia, you know. It’s me. Can you tell her? 
   I’m just not ready for anything remotely serious. Especially with her. I just want something light. And she’s the complete opposite of light. And it’s just not working out. Like I told you before. 
   She hasn’t have to blame herself. No one is to blame. It’s no one's fault. It just one of those things that happen. Two people meet, fuck, talk several times, have dinners or watch some movies and then go on their merry way. It’s the way things happen. However, each and every moment was special. Don’t let her forget that.’

Cynthia XXIV

9. 

Het begint op het exacte moment dat we in deze wereld terecht komen. Die eerste seconde wanneer wij ademhalen, en de koude lucht onze roze, vochtige huid raakt. Wij beginnen een lange reis over de snelweg van het verlies. Er zijn geen omwegen. Geen pechstroken. Geen rustplaatsen langs de kant, waar we ons zouden kunnen terugtrekken, hergroeperen of verenigen. En er is zeker geen ommekeer mogelijk. Het overkomt iedereen op deze planeet. Door de eeuwen heen. Het verlies is de enige constante waar wij allemaal, collectief, op kunnen rekenen en toch is het zo ongelooflijk persoonlijk dat wij ons slechts kunnen verwonderen over hoe anderen erover voelen of ermee omgaan. Mijn verliezen zullen nooit zoals jouw verliezen zijn en ik zal ook nooit begrijpen hoe die van jou aanvoelen. Wij kunnen verhalen over hen delen, liedjes zingen, schrijven op weblogs of er een film over maken. Maar wij kunnen onze verliezen nooit volledig uitdrukken. Wij zullen ze alleen maar in handelbare, uitgespitte en gerangschikte stukken splitsen en vervolgens aan anderen geven, hopend dat ze het zullen vatten. 
   Maar dat kan men niet. Men wordt dat ook niet verondersteld. 
   Ik heb al dingen verloren. Veel. Gedurende mijn leven. Soms klein en zonder betekenis. Soms enorm en overweldigend. Maar ik doe voort. Het is mijn taak in deze cyclus. Je hebt, je verliest en je gaat verder. Om hopelijk ooit, in de toekomst, opnieuw te hebben. De cyclus herhalend totdat je zelf diegene wordt die door iemand anders verloren wordt. 
   Ik zag, of hoorde Mark weinig voordat we naar Barcelona vertrokken. Ik miste hem, maar hij ontglipte mij telkens als ik hem wou bereiken. Hij werd een soort van schaduwende metgezel. Ik worstelde hiermee en met het feit dat het leven zelden eenvoudig is. Ik weet het. Het is nooit enkel maar één ding. Het is zelden helemaal positief. Net zoals de gevoelens die ik op dit moment had. Die waren zo divers, verwarrend en paradoxaal als maar kon zijn. Hartstochtelijk en platonisch, creatief en vernietigend, bevrijdend en verstikkend. Het was bevredigend en dominerend, zacht en obsessief, het vervulde en het frustreerde. Het sloot zoveel af als dat het omhelsde. En de gevoelens waren zo wisselvallig: de éne dag aanwezig, de volgende dag verdwenen. Het verdiepte me met ervaring maar was zelfdestructief door narcisme. Het beloofde geluk maar leverde droefheid af. 
   De eerste dag bezochten we park Güell en La Sagrada Família. Terwijl we de trappen opklommen om in één van de torens van het panorama te genieten floot Mark ‘Your song’ van Elton John. Ik huiverde en voelde me verloren, want ik wist intuïtief dat het liedje niet voor mij bestemd was. 
   Maar ik zweeg. Ik zweeg vervolgens tijdens het diner, toen Mark afwezig in zijn eten prikte. En ik zweeg toen we naast elkaar in bed lagen, gingen slapen met een kus, maar zonder te vrijen. 
   Het was allemaal omwille van het beeld dat ik kleurde. De spontaniteit en haast roekeloze affectie die Mark en ik eerder hadden gebruikt om ons uit te drukken werd plotseling omgezet, vrijwel virtueel op één nacht tijd, in een onhandige voorzichtigheid. De vroegere warmte in onze stemmen en gebaren, en de fysieke tederheid van onze omhelzingen, werden nu gekanaliseerd in de smallere en goedaardigere gebieden van de neutraliteit. Het gemak waarmee wij ooit bekentenissen hadden geruild werd vervangen door krampen van frustratie en bezorgdheid. 'Evolutie' is wat ik het kon noemen. Maar evolutie met een terugslag. En wat met het lelijke broertje van evolutie: Uitsterven? Ik probeerde me aan te passen aan het verschuivende landschap van hartpijn, maar vond er geen troost bij.

Cynthia XXIII

‘Hello.’ 
...
 ‘No, we’ve been struggling with acting exercises. And you?’ 
...    
‘No, it’s just my head. We went for a drink afterwards. Yeah, I’ve consumed a little more than I could take. You know. I’ve been drinking like a goddamn sailor.’ 
... 
‘Well, the kind of sailor that drinks way too much. Then, and here was what really killed me, I did two shots, back to back. Some kind of flaming shit. Horrible. It was ugly. You know, my body, a former friend, has become my enemy, turning on itself. Eating away at my brain leaving a trail of blackness. At least this is how I imagine this headache is working, a monster gobbling up everything in it's path, a Sherman marching. I really think that my brain has come loose in my head. When I shake my head, I can hear it rattle around.’ 
... 
‘Haha. No. I couldn't hear it before. I should be worried but instead I’ll sniff some glue hoping the fumes will make it sticky again.’ 
... 
‘I guess.’ 
... 
‘No, it happened because it’s more than one month to go before the festival and I'm ready to escape from everyone and everything. It’s fucking lonely and fragile and hard right now. That restlessness in the period that it has got to happen. You know very well in your own head how you want it, but then the search after the private means. It can be so hard. Every production that is successful, is a little miracle, because it depends on so many factors. But when something works, when it's good, you can be so euphoric.’ 
... 
‘That’s right. The trip to Edinburgh will earn me money, but before this, I desperately need to get out of this petty little country. So, I’m glad that we are going to feel the heat of real sun and relax in the incomprehensible babble of foreign voices. I want weird money in my hands, and dark eyes staring back at me.’ 
... 
‘Of course, your dark eyes, baby. And I want to go snorkeling. I want to build a grass shack on the beach, and read between swims and fucks. And I want to be a completely honest man with everyone all the time, about who I am and what I'm liable to want to do. I want no secrets. And no fear. … ‘Don’t know why I said it. It’s just that it’s nice to help the actors and be concerned and calm them down, and I have to because that's my job, but every now and then I just want to say quite loudly "sort it out yourselves... bring me solutions not problems... take responsibility for your own actions... just be smarter, be braver, be quicker , try harder and be better... and that's the only advice I can give you." Still, its kind of fun and we do have a laugh. It’s the emotional support that wears me down. Can't they see I have my own problems to deal with, and nobody to help me but myself. Why can't they just get on with it?’ 
... 
‘What do you want?’ 
... ‘
I'll be working like a horse for the coming weeks, so I'm going to be ready for some hedonism. I want to swim in the sea, read, and tie you up.’
...
‘Yeah, that’s true, love ya, bye.’ 

Hij voelde zich niet schuldig. Waarom? Omdat hij zo gemakkelijk kon liegen? Hij was toch acteur? Lara was een lieve meid. Het was lekker geweest. En Cynthia hoefde dit niet te weten. Waarom haar pijn doen? Het was alleen dat zijn lust voor haar verdwenen was en hij sowieso hun relatie zou moeten beëindigen. Maar hij bleef de kwestie voor zich uit schuiven. Het werd echter wel urgent. Ze zouden binnenkort enkele dagen naar Barcelona gaan. Cynthia had dat geregeld. Want tegen het einde van de maand speelde zijn stuk in het noorden van het land, en door de vele repetities zouden ze elkaar niet veel zien. En naar Spanje wou hij gaan. Drie jaar eerder was hij er voor het eerst geweest, en onder de indruk geraakt van de Catalaanse stad. Dat het een weekend samen met Cynthia ging zijn, nam hij erbij. Het kon niet anders. Toch? Alles was al geboekt. Na de trip zou hij wel zien wat hij ging doen. Hij had ook geen hekel aan haar, hij had gewoon geen zin meer in haar gezelschap. 
   De twee weken voor het reisje was hij toch druk aan het repeteren in Londen. Ze zouden elkaar niet zien. Hij moest niet eens zijn verdwenen gevoelens voor haar negeren. Nee, hij kon vanop afstand contact met haar houden via telefoon en mail. 
   Hij liep naar de keuken om wat fruitsap. Een groot glas, koud sap zou hem goed doen. Dan een douche, en naar buiten, om te zien of Jonny in de King's Head zat.