#TBT #Repost Auspicious viewing #2004

People like to eat, people like to drink. Eating and drinking is something that is rooted deeply in our way of life. Cooking is part of a culture. Preparing food is creating something. Cooking is a way of life that gives form to the relationships between people. Eating together brings sociability and is a symbol for solidarity. It's sharing a piece of intimacy. 

 

"I never prepare it with beer, like the recipe normally goes, mine is with treacle." 



"I learned it from my cousin Eugenie, who went out hunting a lot. That was in the fifties of last century." My grandmother told me this, while we were standing in her kitchen and prepared rabbit with plums. Finally, after six months, my grandmother and I looked for some time to prepare her favorite dish. This morning, at 10 o'clock I walked into the kitchen of my mother's mother, a 79 year old woman who is known as a sweet busybody, where she already was preparing the rabbit legs. It was nice, cooking together with her, while talking about her and mine family background. 
"And what about your parents?" I asked. "What where they like? What was the name of my great grandfather again?" She thought about it for a while and then became restless. "I don't know anymore." she confessed timidly. "That is what is happening when you become older, you start to forget." She walked to the cabinet in the dining room where the pictures of her parents are standing on. "Come on father", she asked to the man at one of the pictures, "what's your name again?" The picture kept silent and my grandmother started to search for some documents, so she could remember the name again. "Aha, here it is, his name was, of course", and she nodded her head, "Edmond." 

 

Rabbit with plums 

 

Ingredients for 3.
 

3 rabbit legs 
some cut up bacon, lets say 200 g
 
1 coarsely diced onion
 
20 dried plums 
some good butter 

little bit of vinegar 

a spoon of treacle 

pepper & salt 

 

Instructions.
 
In large pot or Dutch oven, heat the butter. First brown the bacon & onion. Add the rabbit legs; sauté until tender. Put some salt & pepper on it and pour some water in the pot. Keep warm for about two or three hours. Add plums & syrup. Sprinkle some vinegar on the meat. Cover & simmer 45 minutes. You can serve applesauce and fried potatoes with it.

Lopen


Lopen, het is een ‘positieve verslaving’. Lopen is zoals een beste vriend, altijd aanwezig, altijd betrouwbaar. Ik ga door fases in mijn leven wanneer ik meer, tijden dat ik minder loop. Dat is prima. Lopen schikt zich gemakkelijk naar mijn eb en vloed. En het beste van alles, wanneer ik het meer nodig heb, is het er altijd voor mij. Het overleeft altijd. 
Andere redenen waarom ik loop? 
Lopen is de oudste, meest pure, meest eenvoudige sport. 
Adam en Eva achtervolgden elkaar rond in het Hof van Eden. Meer dan een miljoen jaar geleden, klokten vroege jager-verzamelaars verschillende kilometers per dag af op de hoge Oost-Afrikaanse vlaktes. De oude Grieken voerden loopwedstrijden op in hun oorspronkelijke Olympische Spelen. En het was de marathon die de show stal op de eerste moderne Spelen van 1896 in Athene. 
Lopen is de grootste, wereldwijde fitness activiteit. 
Het doet me beter voelen. Dit betekent niet dat lopen me helemaal immuun zal maken tegen allerlei ziektes. Maar ik weet dat ik me altijd beter voel na een sessie. En dat is op zich al een krachtig medicijn. 
Ik kan gaan voor moeilijk. 
Lopen biedt eindeloze, uitdagende mogelijkheden, van sprint naar marathons. Ik hou ervan om mezelf uit te dagen. 
Of ik kan gaan voor leuk en makkelijk. 
Ik hoef niet te snel lopen en ik hoef geen persoonlijk record te vestigen om van een sessie te genieten. Ik krijg zowel mentale als fysieke voordelen van een langzame afstand als van een snelle loop. Lopen geeft me fantastische benen. 
Ik heb niet dezelfde vorm als een Victorias Secret model. Maar ik heb veel mooier kuitspieren. 
Ik heb geen handleiding nodig. 
Weet je wat ik het leukste vind aan lopen? Het is zo zalig simpel. Als ik kan wandelen, dan kan ik lopen. Als ik een beetje meer loop, dan kan ik vijf km lopen. Nog een beetje meer, en ik heb een halve marathon. En nog een beetje meer en ik loop de marathon. 
Lopen geeft me meer energie. 
Ik weet niet waarom, maar het is alsof de zuurstof die door mijn aderen vloeit, mijn lichaam wakker maakt en mijn fysieke mogelijkheden meer inschakelt. 
Lopen geeft me een rustig momentje. 
Het verlicht stress, geeft me de tijd om na te denken, en te genieten van de natuur. 
Lopen helpt me creatieve doorbraken te bereiken. 
Archimedes bereikte zijn "Eureka!" moment in een warm bad. Ik gebruik lopen om mentale problemen op te lossen en beslissingen te nemen. 



Marathon dag - Rotterdam 2008 

Toen ik wakker werd op de marathon dag, voelde ik me goed, uitgerust en er helemaal klaar voor. Ik had de avond ervoor flink gegeten van de lasagne die Ian had klaargemaakt en ongeveer zes en een half uur geslapen. Die ochtend dronk ik nog koffie, sportdrank (toen nog wel, ondertussen is sportdrank een no-go voor mij geworden) en at havermout. En vervolgens reden we naar Rotterdam. Bij de start was ik niet nerveus, angstig of bezorgd, maar vreemd kalm en enthousiast om er tegen aan te gaan. Eenmaal vertrokken, voelde ik me echt goed. De lopers waren enthousiast, het publiek naast de kant juichte en er was veel muziek. Dit was leuk. De energie was fantastisch. Bij kilometer vijf, begon ik water te drinken en genoot van het hele gebeuren. Ik had plezier. Soms luisterde ik naar mijn iPod. Soms luisterde ik naar een muziekbandje langs de kant van de weg. Of soms naar de menigte die ons aanmoedigde als we passeerden. Ik kwam voorbij kilometer tien, en dat deed ik ook bij kilometer vijftien. De groep lopers was nu uitgedund, net zoals de mensen aan de kant. Maar het was een mooie dag in het voorjaar zonder regen. Ik probeerde het allemaal op te nemen zodat ik het me kon herinneren door rond te kijken en te genieten. Ik zag Ian en Sofie met hun ‘Go Annie!!’ bord, mijn ouders, Sam, en Patricia. Toen ik de 21,1 km-paal voorbij liep, glimlachte ik, en merkte op hoe goed ik me voelde. Inmiddels was de zon uitgekomen en daarmee warmde het flink op. Ik gooide mijn trui weg en liep door. Maar hier veranderde de zaken ook. Na dertig kilometer was er een saai gedeelte. Ik liep op een soort rijksweg, en er stonden geen toeschouwers meer. Hier liepen alleen maar lopers. Mijn energie daalde enorm. Bij kilometer drieendertig, begon ik tempo te verliezen en vertraagde ik een beetje. Ik had opeens zin om te huilen en ik zag mensen opgeven. Op dit punt dacht ik: "Ik kan het, ik kan het, ik kan het doen, dus ik ga het verdomme ook gewoon doen!" Toen ik kilometer vijfendertig bereikte was ik blij om te weten dat ik de laatste zeven nog maar moest doen. Op kilometer negenendertig, zag ik Ian opnieuw en vertelde hem dat het kut was. Op kilometer veertig, wilde ik gewoon dat het voorbij was. Ik bleef tegen mezelf zeggen dat de finish dicht in de buurt was, dat ik het kon doen. Ik luisterde naar "Eye of a Tiger" en focuste me op het neerzetten van mijn voeten op de maat van de muziek. De drukte rond het parcours nam terug toe, het gejuich was behulpzaam en vanaf dat moment was ik gewoon op zoek naar de finish. Ik rende langs een koppel dat naar mij keek en riep: "Je moet nog maar 1500 meter afleggen. Dit ga je halen!!" Het was geweldig. Op dat punt dacht ik, het zijn nog maar een paar minuten, maak dit nu maar even af. Ik liep over de finish in 4:36:46.

Cynthia IX

We bleven elkaar bellen, emailen en zien in de daarop volgende weken. Ik verdeelde mijn tijd tussen mijn werk, mijn vrienden en de momenten die ik in mijn eentje of met Mark doorbracht. In Brussel, of bij hem. Zo gingen we naar een tentoonstelling in de Tate Modern, wandelden we in Highbury Fields en kocht ik in Everberg Engels bier en cornflakes. Dat laatste aten we nooit op, omdat we high genoeg waren van elkaar en te weinig slaap en zonder ontbijt naar de botanische tuin wandelden. Mark draaide mijn wereld ondersteboven. Ik dacht dat mijn wereld groot was, maar ik realiseerde me dat het eigenlijk vrij klein was. Ik dacht dat ik Brussel of Londen kende, maar ik kende er slechts een klein deel van. Met Mark ervoer ik een andere cultuur, kunst, taal, nieuwe geuren and geluiden, een nieuwe generatie en een levensstijl. Hij was hypnotiserend, warm. Een omhelzing. Ik had nog nooit zo iemand als hem ontmoet, en ik had het gevoel dat ik overal kon gaan, en om het even wat kon doen. De hondenstront op straat werd een lekkernij. De uitlaatgassen van bussen en auto’s waren dure parfums. Het was koud buiten, de hemel stond strak blauw en er lag een dun laagje ijs op de vijver. Voor ons scheen echter de zon. We praten en ratelden door en door en gingen helemaal op in elkaar. Onze emoties draaiden zo snel als de wind. Onze gedachten wervelde op een langzamer niveau. We hielden even stil, kusten, staarden neer in het water en voelden ons blij. Onze initialen waren G.E.L.U.K. 
   Mark kwam me thuis bezoeken, en ik had voor een schaal vol toastjes gezorgd en een fles wijn. Ik liet het bad vollopen en we stapten er beiden in. Het was een moment van exclusieve en wederzijdse aandacht voor elkaar. We hadden elkaar een tweetal weken niet gezien en sloten ons op. Niemand anders kon er nog bij. We praten, discussieerden en zwegen. We kregen er een rood hoofd van en stoom vulde de ruimte, plakte tegen het raam. De schaal met toastjes raakte leeg en de fles dobberde al een tijd in het bad rond. 
   ‘Look, ...Cana,’ zei Mark, terwijl hij naar het ding wees. Hij streek over mijn been waar druppels zich als parels op vormden. 
   ‘You know Cynthia, I have to tell you this. I was in love with a girl and it went wrong and I was heartbroken and I came away to Brussels to see Justus and you and I together had the most compatible intimacy I can remember and that helped me get over this girl a lot. I can’t be sure about anything else but I know this for sure – you and I are made for making love together. We live in different countries but for me sex is a spiritually nutritious experience and if that is good everything else should fit into place around it. I can not say it too many times; I loved making love to you. I never made love with a sensual woman like you before and now I believe. I hope we can become and remain positive influences in each others lives despite whomever we may each be with and where we are. You are a great girl, but particularly you are a great girl for me to be around because I do think we have a powerful understanding – both very sexual and both know when there is no need for talking. For whatever reason I feel like you are the sister I can fuck. Really the best sex I can remember having. Really. I want us to keep seeing each other and not keep any secrets or keep from being completely open as if we have nothing to prove to each other. I think I have found a life-long friend and lover. I think you are cool beyond belief. I want to know what happens to you every day, what you think, what scares you, what excites you, your ideals and just all the complex good/bad stuff that makes up your life.’ 
   Ik glimlachte bevestigend naar hem, en sloot vervolgens mijn ogen, alsof het gordijnen van een theaterscène waren. Achter de zware schaduwen, in dit vacuüm, beschreef ik de unieke huiselijke vreugde samen met Mark aan een onbestaand publiek. Ik hield van zijn energie, zijn directe aanpak. De speelsheid waarmee hij in het leven stond was kostelijk, en zijn impulsiviteit zorgde voor aangename verrassingen en wendingen. Ik raakte er bevangen door. Onze intimiteit en wederzijdse behoefte aan elkaars aanwezigheid werd de laatste weken dringender en zelfs noodzakelijk voor mijn identiteit en geluk. Het ontwikkelde zich allemaal zo natuurlijk en onvermijdelijk, als de evolutie van het lot. De momenten samen met Mark bewogen zich moeiteloos tussen het wonderbare en het gewone. En het was goed op deze manier.

#TBT #Repost Auspicious viewing #2004

Vorige week bracht ik Patricia en Pablo naar de luchthaven. Ze vertrokken naar Wenen, om daar een tijd te gaan wonen. Ik leerde haar twaalf jaar geleden kennen!

1. The doorbell rang and there you were, standing on the pavement. Buying self-made bracelets from the kids next door, which are selling them to earn money for their school excursion. With you eyes all a glow, and your smile brightening your face. Your small, thin body, filled with ambitious, exotic, wild and free excitement. Your hear waves in the wind as if saying hello to a distant friend from whom you see once or twice a year. And your heart filled with love, but for everyone who walks into your life. Your mind, ingenious, filled with thoughts and Patricia, you have a wild and untamed soul. I hope that after you have been reading this, you will go into your studio and pick up brushes and paint. Because I’m wondering impatiently what kind of beauty you will bring to the world … . For every thought there is an idea. And for every idea there is a creation. 

 

2. Happier every day. Sad waves in sets. Time missed. Look around. See where I’m found. Waking up. Unbound. Changeful stress. Evolutive growing pains. Chipping away at bad habits. Sore mind muscles. Feeling good can feel bad. At first. 
But now, for example, I can be overwhelmed again with happiness just seeing the sun cast a certain shadow on a wall. Or when I’m overhearing a little nonsense talk. Or when I feel like we have an understanding through a glance – a raised eyebrow, a smile. 


Verhalen

Het was al middernacht voorbij toen ik hem aansprak over een stuk dat ik eerder die dag in de trein gelezen had. We zaten op het terras onder de bomen van de Dageraadplaats en enkelen arriveerden nog, terwijl de meeste vertrokken. Waarheen, waarom, met wie en hoe? Verschillende verhalen dienden zich aan en ik heb me er lang geleden al erbij neergelegd dat ik ze nooit allemaal zou kennen. Maar van hem kreeg ik zonder veel moeite een verhaal losgepeuterd. 
   Verhalen ontstaan ook maar na menselijke tussenkomst. Want als persoon willen we binnen ons leven enkele waarden gerealiseerd zien. We willen bewust kunnen leven als zelfbepalende personen die vrij zijn en kunnen handelen. We zijn handelende wezens die iets willen verwezenlijken in hun leven. En we willen begrijpen. Kleine verhalen (die van het meisje aan kassa 4, een bloesje in de uitverkoop, een melodie, de geur van de tuin na een regenbui, ...) zijn er om ons een bestaansrecht en identiteit te verschaffen en doen daarnaast aan informatieoverdracht. Ze passen bijna altijd binnen grotere verhalen, die weer gebaseerd zijn op ideeën over hoe de wereld in elkaar zit, over wat het Grote Mysterie of het Sublieme is. 
   Vanaf het ogenblik dat we de wereld konden verklaren, deden we niets anders meer. Wilden we ook niets anders meer doen. Kunnen we ook niet anders. Compulsief zijn we op zoek naar de uitleg, en het hangt van de tijdsgeest af, welk verhaal geacht wordt juist te zijn en welk niet. Of het moment waarop een steen wordt verplaatst en nieuwe dingen naar boven komen. 
   "How many 'faces' lie hidden, waiting for the time when curious eyes will find them in their secret places. In the heart of a leaf or the bark of a tree. In a frozen pond or the turning sea. In the twist of a chair or the look of a key or the shrivelled skin of an elephant's knee." -- Irwin Dermer. 
   Uiteindelijk hopen we dat alles met alles samenhangt. Dat er overal een reden of een oorzaak voor is. Dat niets zo maar gebeurt. Toch? Er moet eenvoudigweg een plan, een bedoeling zijn. De dingen kunnen niet 'niet zijn'. 
   Behoed me voor het schrikbeeld van de willekeur. Laat alles een betekenis hebben. Tenzij je beseft dat ons bestaan in het hier en nu een vierdimensionale pixel vormt in het oneindige weefsel van ruimte en tijd; dat wij onlosmakelijk verbonden zijn met quasars en quarks, met oerknal en eindzucht. Hoe ongepland het leven ook verloopt en welke hoofdrol er ook is weggelegd voor onzekerheid en toeval, wij maken deel uit van dit bizarre, wonderlijke universum. Onbeduidend, natuurlijk, maar op de manier waarop de waterdruppel onbeduidend is in de oceaan die er zonder waterdruppels niet was. 
   Toeval bestaat dus. Gelukkig maar. Zonder toeval was er geen verrassing, geen verbazing, geen verwondering. En zonder verwondering, geen verhalen.

Cynthia VIII

2. 

Ik vond het wel iets hebben, een man die vóór mijn ogen (naakt en ontspannen) op zoek was naar zijn kleren. Het gaf me een sexy en begeerlijk gevoel. Behaarde borst, benen en armen, maar een gladde kont en rug. Zalig om aan te raken. In zeer lange tijd, was hij waarschijnlijk één van de knapste kerels geweest, waar ik toe aangetrokken was. Ik zou hem dan wel niet meer terug zien, maar het adembenemende beeld van hem, die ochtend wandelend van het bed naar de badkamer,, zou mij nog wel een paar weken bezig houden. 
   Later vond ik echter het briefje op de keukentafel en Mark belde mij twee dagen later op. We spraken af dat we elkaar zo snel mogelijk zouden ontmoeten. 
   ‘Cynthia, I don't fully understand this miraculous unlikelihood of us meeting up... I was rather hoping it was a sure thing. Are you my sister? Or how else is it that we are so similar? I understand everything you say clear as a smile through a window, or a brick landing on my foot. Or perhaps I haven't fully realised the size of your brain. It is important we meet up so I can examine you further.’ 
   Het eerstkomende weekend nam ik, toch wat nerveus, de trein naar Londen. Hij wachtte me op in Victoria Station. Hield me lang vast, snoof in mijn haren en kuste mijn voorhoofd. 
‘God, you’re here. Great.’ 
   Zijn glimlach, warm en uitnodigend.
 
   Een glimlach die alleen voor mij was bedoeld. 
   Hij nam mijn hand, leidde me via metrolijnen, tunnels en straten naar zijn flat. Het was er niet groot. Een leefruimte, een kleine keuken, een badkamertje en een slaapkamer. Ik voelde me er onmiddellijk thuis en op mijn gemak. Bewoog me erin alsof ik er zelf al jaren woonde. 
   Die avond en nacht deden we niet veel anders dan al vrijen, in slaap vallen, later wakker wordend, het ritme hervindend, en terug in het grote, warme - veilige niets glijden. We babbelden uren aan een stuk, terwijl ik schrijlings bovenop hem zat, mijn lijf vastgeklonken aan het zijne; samengebracht in een ultiem en zalig ritueel. Niets, maar dan ook niets, kan zulk een intensiteit evenaren, en het gebeurde allemaal in één beweging. 

Terug in Brussel was het fris in mijn huis en opvallend stil. Maar hoe kan het ook anders, als je de plot kwijt bent? Wanneer alles, maar dan ook alles wat je doet, bekijkt, leest, waar je over nadenkt, je herinnert aan één of andere zaak, iets anders. Iets belangrijks, maar met een andere verbinding, en een andere link? Ik voelde me verloren, zo zonder hem. 

‘Peaches!! Lest I wasn’t sufficiently expressive last time I had you on the phone, I keep dreaming of you in the shower, in the woods, on a boat adrift at sea, and in my dreams we are really fucking in frenzy. Do you want to call me this evening?’ 
   Mark’s stem op mijn antwoordapparaat. 

‘Mark, hello, it’s 2.30 pm, I’m hung-over, I’m tired, I’m in the office, I’m horny, I want to close the blinds. Lock the door, put you on my desk, pull down your trousers and go to work. That’s what I want to do right now.’ 
   Een e-mail van mij, aan hem. 

Cynthia, last night I had such an intense dream about you. You were living here in London with me and there was a big pot of stew simmering on the cooker and when people came round to visit they were struck by the air of satisfaction that filled every corner of our home. We cycled to the flea market every Sunday and came back with a bagful of knick-knacks. We lay under a blanket and I would gently play with you whilst we watched films on TV. You fell asleep with ear-plugs in and I woke you with coffee, croissants and a soft tongue between your legs. My students would come round for tutorials and the boys grew warm when you smiled you’re special smile (and many of the girls too). We were in love and lived at 100 kpm. It was a very romantic dream. 
   Een email van Mark, en vijf minuten later nog één. 
And I miss you x

Fatima II #TBT #Repost Auspicious viewing #2003

Fatima was looking through the window of the bus. 'Rain, rain, rain and when will it stop,' she thought by herself. It was the middle of January, but as each year, she yearned for the summer during this month. Particularly for the trip she would make with Ahmad to Turkey. She never goes to her home country as a vacation. She goes because she lives her life there with a different kind of coherence, a special intimacy, an almost seamless correspondence between what she thinks and what she feels. Two young girls made her leave her thoughts for what they were and made her listen attentively to their talk. It seemed that they had a discussion at school, earlier in the day, about the suggestion of Patrick Dewael. That the wearing of religious symbols should not be permitted in public schools. For teachers, and for students. The girl, who was standing the closest to Fatima, told her friend that she understood that it was needed to make pictures for a passport without a religious symbol. And that there were some jobs where it could be dangerous to wear one. 'Yes, but what about a girl wearing a veil at school, or another religious symbol,' the other one replied? 'Aren’t schools, places where children should learn how diverse the world and her population can be? Places where every child has the right to have an own identity?' The rest of the conversation disappeared in the wind, because the two girls stepped out at the following bus stop. A man with a cap of his favorite football league took their place.

Naam Familienaam

Kenji Minogue - Naam Familienaam

--

Mijn naam vond ik vroeger een lastig geval. Niet de Ann, maar de Wodinski. Wodinski, dat klonk niet Vlaams en ook niet Belgisch. Het klonk anders én dat maakte mij anders. En dat werd ik op een bepaald moment gewaar. Ann was daarentegen in orde. Er zaten nog meer meisjes met deze naam bij mij op school. Maar Wodinski, zo waren er maar drie kinderen. Ik, mijn broer en zus. Op een bepaald ogenblik had ik door dat ik geen Vandecaetsbeek, Van Oosterwijck, of Beerden heette. Dat Wodinski exotischer was. Net zoals de naam van het Turkse jongetje of de Italiaanse kinderen. 
   Rond de leeftijd van tien, elf jaar, toen ik meer en meer boeken las uit de bibliotheek, en er rond die periode ook tal van acties, tentoonstellingen of films rond de herdenking van de Tweede Wereldoorlog waren, begon ik de Wodinski nog lastiger te vinden. In die zin dat ik tegen dan wist dat deze naam wees op mijn Duitse achtergrond, en dat Duitsers op dat moment niet zo positief in beeld kwamen. Je had de gruweldaden uit WOII en vervolgens de hereniging van West- en Oost-Duitsland. Het vallen van de Muur. En diegenen die uit de gebieden kwamen vanachter die muur, waren niet helemaal goed bij hun hoofd. Dat beeld werd gecreëerd doorheen het hele Koude-Oorlog verhaal uit de jaren tachtig waarin ik opgroeide. Maar ik voelde me toch het meest schuldig omwille van die gruweldaden uit de Tweede Wereldoorlog. Alsof een Wodinski Anna Frank eigenhandig uit haar achterkamer sleurde. Alsof het mijn geslacht was, die de vele doden in de concentratiekampen op haar geweten had. En ik heb me hier lang verantwoordelijk voor gevoeld. 
   De verlossing gebeurde pas, stelselmatig, nadat ik op Erasmus was geweest. Dat was in 2002 en in Roemenië werd geïnformeerd naar mijn naam, de afkomst en betekenis. Ik vertelde wat ik wist, maar dat was opeens niet genoeg. Na mijn reis ging ik meer en meer op bezoek bij de ouders van mijn vader, grote opa en kleine oma, en vroeg ik aan hen wat ik wilde weten. Ik leerde hen beter kennen, en zij mij. Ik leerde over Polen en Duitsland, de Russen, de oorlog en het kamp in Winterslag. Ik leerde over de Duitse gemeenschap in Limburg en het gezin waarin mijn vader opgroeide. Ik leerde het Wodinski-zijn en de Duitse herkomst waarderen. 
   Wat me vervolgens helemaal over de streep haalde was, ter voorbereiding op een ander Europees uitwisselingsproject in Duitsland in 2003, een biografie die ik las over Helmut Kohl. Daarin kwam naar voren dat hij, in de jaren zestig, krantenartikelen publiceerde in reactie op een collectieve cultuur van schaamte in Duitsland. Deze zag hij als een belemmering voor de Duitsers om 'een blijvende nationaal zelfbeeld' te vinden. Met zijn kanselierschap, werd Kohl vervolgens de meest belangrijke stem binnen een bredere conservatieve beweging in West-Duitsland, die tot doel had de Duitsers aan te moedigen om weg te lopen uit de schaduw van Hitler. En dat is wat ik ook deed. 
   Tegenwoordig ben ik trots op mijn naam. Zowel de Ann als de Wodinski. 
   Nu zeg ik: “Het klopt. Ik kom uit België. Maar dat betekent niet dat ik me voel als een 'typisch Belgische', of een typisch iets. Me niet typisch voelen is één van mijn fundamentele eigenschappen. Ik voel mezelf altijd een beetje buiten het bereik van wat andere mensen ‘normaal’ noemen, of wat mijn familie en vrienden verwachten van het leven of van zichzelf. Ik voel me altijd een beetje 'vreemd'. En ik geniet van dat gevoel. Mijn moeders familie is Belgisch en Vlaams. De familie van mijn vader komt uit de provincie Posen - WestpreuBen. Dat ooit toebehoorde aan Duitsland, maar nu Pools is. Het is omwille van verschillende oorlogen dat ik, 400 jaar later, in België woon. Mijn grootvader was een immigrant. Mijn vader is geboren in België en getrouwd met een Vlaams meisje. Ze hebben drie kinderen, die een grappige naam dragen. "Wat, Wodinski? Wodinsky, Rodinski, Modinski? Kunt u de naam spellen alstublieft, dank u." 
    Als kind heb ik de naam nooit mooi gevonden. Maar met de jaren heb ik als vanzelf het idee geaccepteerd dat mijn identiteit dieper reikt in de Europese bodem dan alleen maar in het vlakke en zanderig landschap van België en Vlaanderen. En deze chemie, die mijn perspectief op het leven en mijn opvattingen over mezelf gevormd heeft, werd in 2002 ontwikkeld, tijdens mijn verblijf in Roemenië. Het was toen dat ik voor het eerst besefte, met de verbijsterende zekerheid van het instinct en de ongerichte passie van impuls, dat mijn hart en geest nauwer verbonden waren met Europa dan met België.

Cynthia VII

Samen klommen we de trappen op naar de derde verdieping, waar Boris’ loft lag. Het bleek dat Mark een Schotse kameraad van Justus was, de broer van Boris. Hij was al enkele dagen op bezoek in Brussel en voor zijn laatste avond uitgenodigd om een glas te komen drinken. Eenmaal op het feestje, wenste ik Boris een gelukkige verjaardag, legde mijn cadeau bij de andere op een tafel, begroette hier en daar vrienden en kennissen, en merkte dat Mark Beetch me daarbij niet uit het oog verloor. Naast de ijskast raakten we opnieuw met elkaar aan de praat. Daar stonden we tegen het aanrecht geleund, babbelend over onze levens, hobby’s en werk. 
   Mark woonde in Londen, de levendige hoofdstad van Albion Britannia, zoals hij zei. Nadat hij het laatste woord had uitgesproken, liet ik het even genietend door mijn hoofd vallen.

Albion Britannia, dat proeft naar een land vol van mysterie, avontuur en verhalen die te mooi klinken om waar te zijn. 

Hij gaf er theaterlessen aan een universiteit en had de ‘zware’ verantwoordelijkheid over de onderwijseisen van 50 jongeren. Het was een creatieve, uitdagende en daardoor lonende job. Hij moest constant zijn inzichten toetsen, onderhandelen, proberen te inspireren en de juiste woorden te vinden om mensen hun geest te prikkelen. Hij was zo bezeten door de theatermicrobe dat hij ook nog naar Edinburgh ging om een stuk te regisseren of workshops te leiden tijdens uitwisselingen met jongeren uit de EU. Zo had hij Justus leren kennen. Ze hadden samen een workshop geleid. Het organiseren van positieve ervaringen voor anderen scheen zijn rol in het leven te zijn. Hij leek gelukkig. Hij was ook gelukkig. En energiek. Dat trok me aan. Verder was hij drummer in een bandje en keek met vrienden voetbal in de pub. 
   Op zijn beurt hoorde Mark mij vertellen over mijn werk als redactieassistente in een uitgeverij gespecialiseerd in kunstboeken. Ik woonde in dezelfde buurt als Boris. Hield van warme melk met honing en rust en regelmaat in mijn leven. En kwam enkele malen per jaar in Mark’s hoofdstad. Voor mijn werk, of om rond te snuisteren in de winkels of op de rommelmarkten. 

Terwijl we daar stonden verstreek de tijd en liepen er geregeld mensen af en aan om drank uit de koelkast te halen. Justus grijnsde toen hij een blikje bier opende. Boris gaf me een knipoog. Ook ik dronk behoorlijk wat wijn die avond. Bevangen als ik was door Mark. Dat er een persoon bestond, die zo verschillend was, maar wonder o wonder, toch zo verenigbaar leek. Ik stond met iemand te praten waarbij ik leek thuis te komen. Ik voelde me gezien als mens. En begrepen. Alles leek vanzelf te gaan. 
   Ik vroeg op een bepaald moment aan Boris om een doosje met zes dobbelstenen. Tussen de lege flesjes bier, wijnkurken en chipskruimels probeerde ik Mark het dobbelspel uit te leggen dat ik zelf vaak met vrienden speelde. Daar slaagde ik maar gedeeltelijk in, want tegen die tijd waren we allebei zo overladen door de drank, dat we meer giechelden om het dwaze taaltje dat we tegen elkaar spraken, dan iets anders. Steenkolenengels. Mark gaf een imitatie van een winnende Schotse dobbelaar ten beste, en ik deed lichtjes in mijn broek van het lachen. Ik ging tegen een kastje op de grond zitten om te bekomen, en Mark zakte naast me neer. Hij keek me aan, en het werd wazig, rood voor mijn ogen. Beelden vloeiden in haastig tempo voorbij en vormden een verhaal. Ik voelde Mark’s lippen en werd sneller, en sneller, en sneller meegezogen totdat ik uit elkaar viel in tientallen kleine stukken.

#TBT #Repost Auspicious viewing #2003

Who are you? 

I am, I am. If you want to know me, you have to know my friends, my lovers, my family. You have to know the books that I consider to be well writing. The conversations that I have, my desires, the subjects I think about and the things that I experience. I am wherever I cry about and what I yearn for. The motion pictures, the art, the architecture and the landscapes that I love. Clothes, colours, food and the particular moments I like these kinds of things. You have to know where I've been and you had to be there yourself when I was. You have to look through my eyes at the world, wanting to know who I am. 

"Since each person, as an individual, is the not-being of the other, it is never possible to eliminate non-understanding completely." 

Friedrich Schleiermacher -- The Academy Addresses of 1829: On the Concept of Hermeneutics

Verbazing

Het verbaast me elke keer weer om te zien hoe ervaringen kunnen worden omgezet in verhalen, en hoe de eentonigheid en saaiheid van het alledaagse betekenis, symboliek en zelfs schoonheid kan bevatten. De uitvinding en het vertellen van verhalen, volgens mij de meest onmisbare menselijke transactie, brengt mij tot leven. Er zit vermaak, contact en entertainment in. Soms verbind deze daad van omkering me nauwer met het leven. De andere keer geeft het mij de noodzakelijke afstand. Of beiden. 

Soms schrijf ik om te ontdekken wat ik denk of voel. Omdat ik niet weet wat ik denk of voel voordat ik begin te schrijven. Ik kan een algemeen idee hebben dat rondjes draait in mijn hoofd. Maar de kans is groot dat het niet volledig is doordacht. Het is nog steeds een onvolgroeid kuiken, een idee, een stemming op de loer in de hoek. Zeer zelden kom ik bij mijn schrift of toetsenbord met mijn ideeën en gevoelens volledig in kaart gebracht. Het gebeurt soms, misschien vijf procent van de tijd. Maar voor de overige vijfennegentig procent, verken ik een idee of een gevoel terwijl dat ik aan het schrijven ben. Ik kan een ding bedenken aan het begin van een stuk en uiteindelijk ergens anders uitkomen. Ik kan beginnen met een dubbelzinnig gevoel om het uiteindelijk duidelijk te vieren of te kruisigen. Het neerschrijven van de woorden geeft duidelijkheid aan mijn vaagheid, een vorm aan mijn dubbelzinnigheid, een richting aan mijn ambivalentie. De woorden halen een zekere verbinding uit mij. De wisselwerking tussen een zin en een andere creëert een beweging die zich snel ontwikkelt tot een momentum van zijn eigen. Eén van de gevaren hiervan is dat, op een bepaald moment, de woorden het zelf overnemen en mij verleiden om de taal te volgen. In plaats van de gedachte of het gevoel. Niets van dit alles is duidelijk. Het is een heen en weer gaand proces. Een woord vormt een idee, dat een nieuw woord aanmoedigt, dat het idee verder duwt, waardoor een uitgelokt woord het idee op zijn beurt meeneemt naar de volgende stap. En zo verder en zo voort. 

Schrijven over gevoelens is grotendeels hetzelfde als schrijven over ideeën, met uitzondering van het volgende: gevoelens hebben de neiging meer samenhangend te zijn. Ze plakken beter samen dan ideeën. De kans is groot dat wanneer men begint in een melancholische bui, men ook afsluit in een melancholische bui. Als men vrolijk van start gaat, zal men waarschijnlijk vrolijk eindigen. Ik onthul waarheden aan mezelf op verschillende manieren: soms direct, soms vaag, soms tijdelijk, soms omgekeerd. In elk geval, schrijf ik vaak woorden die twee verschillende gevoelens dragen in één keer. Dus iets wat ik schrijf lijkt op het eerste gezicht vrolijk of amusant te zijn, maar daaronder is het echter boos of verdrietig. En soms, kondig ik mijn gevoelens met zoveel vreugde aan, dat mijn standpunt zo duidelijk lijkt te zijn als de tranen op mijn wangen, en de glimlach op mijn gezicht.

Cynthia VI

1. 

Het gebeurde destijds dat ik op straat stond te wachten, om het verjaardagsfeest van Boris, een vriend van me, binnen te gaan. Het regende zachtjes en ik voelde me volkomen normaal, goed in mijn vel en dat het even duurde voordat de toegangsdeur openging, maakte me allemaal niet uit. Op dat moment kwam er een taxi aangereden, en stapte Mark Beetch uit. Hij zei niets bijzonders, keek alleen maar uitdagend op en lachte. En ik besefte dat NU veel beter was dan tien seconden geleden. De volgende dag vond ik een briefje op mijn keukentafel: 

So, Cyn-thi-a, I’m on the train back from my trip where, no doubt, I had some boring moments, some fun moments and some moments of sheer orgasmic bliss, and you are perhaps wondering what I have to say about those last types of moments. Well it’s easy; you are without doubt one of the finest, most compatible lovers I have ever had in all my so sorely lovers. I asked you what star sign you were because I thought this woman has the same sexual hunger as I do, and that is rare, and it has been pleasure on a stick – pleasure, pleasure, pleasure (look it up) – easy pleasure – uncomplicated, ... pleasure. You are one fantastic lover and you owe it to mankind to go out and start talking to whomever takes your fancy and enjoy yourself just as much as you can. And I sure hope that will include some more of me because you are a very, rare treat. I feel like we have an understanding through a glance – a raised eyebrow, a smile – I get the feeling you know what I’m thinking – you understand and you don’t question – and that makes you a wonderful soul partner for me, your fellow Scorpio. We will see each other again, I am quite sure. Mark. 

En op de achterkant stond zijn adres.

Fatima I #TBT #Repost Auspicious viewing #2003

When Youssef finally showed the back of his heels, leaving the room filled with the aroma of the Drava cigarettes he usually smokes, Fatima sighed. She opened the window, so the smoke could escape in the evening. The older brother of her husband was a warm-hearted and thoughtful person. But his visits were always the same scenario. Ahmad and she would listen to his stories about the Turkish village where he grew up. Interesting stories, little anecdotes told with dry humor. However, while passing the bowls imam bayildi, lamb-stew, onions and green peppers without speaking, her thoughts would swirl around. "Words are difficult to apply to complicated thoughts and feelings. They long for clarity, but accept ambiguity. They resist the facile, but tolerate the adroit. They abhor translation, but yield to distortion. Words, often bizarre, even comical in their odd reappearance in on-line translations, introduced us, engaged us, and continue to expose us. Their inaccuracies create an ad hoc poetry of naivete that holds our intimacy hostage and obscures our motives with charm." 

... 

It's quiet in the living room, the noise of the busy traffic on the city-centre is barely audible. Ahmad is reading a book, while she rests with her head on his legs. She closes her eyes, like they were the curtains of a theatre scene. Behind the heavy shades, in this vacuum, is she describing Ahmad and hers unique domestic joy of the last days for a non-existenting public. Their intimacy and their mutual need for each other's presence grew more urgent, more natural, more integral to their identities and more essential to their happiness. It all developed so naturally, so inevitably, like the evolution of destiny. Their lives together moved effortlessly between the miraculous and the ordinary. It was good this way. 

I spent a hilarious evening, yesterday, with the Sky Devils, two trapeze artists of circus Baf, Gesicht, Hannibal, Murdock and BA Baracus from the A-team and Jackson & Malone, the detective couple.

Otherwise

I got out of bed 
on two strong legs. 
It might have been 
otherwise. I ate 
cereal, sweet
milk, ripe, flawless 
peach. It might 
have been otherwise. 
I took the dog uphill 
to the birch wood. 
All morning I did 
the work I love. 

At noon I lay down 
with my mate. It might 
have been otherwise. 
We ate dinner together 
at a table with silver 
candlesticks. It might 
have been otherwise. 
I slept in a bed 
in a room with paintings 
on the walls, and 
planned another day 
just like this day. 
But one day, I know, 
it will be otherwise. 

Jane Kenyon