Lopen, het is een ‘positieve verslaving’. Lopen is zoals een beste vriend, altijd aanwezig, altijd betrouwbaar. Ik ga door fases in mijn leven wanneer ik meer, tijden dat ik minder loop. Dat is prima. Lopen schikt zich gemakkelijk naar mijn eb en vloed. En het beste van alles, wanneer ik het meer nodig heb, is het er altijd voor mij. Het overleeft altijd.
Andere redenen waarom ik loop?
Lopen is de oudste, meest pure, meest eenvoudige sport.
Adam en Eva achtervolgden elkaar rond in het Hof van Eden. Meer dan een miljoen jaar geleden, klokten vroege jager-verzamelaars verschillende kilometers per dag af op de hoge Oost-Afrikaanse vlaktes. De oude Grieken voerden loopwedstrijden op in hun oorspronkelijke Olympische Spelen. En het was de marathon die de show stal op de eerste moderne Spelen van 1896 in Athene.
Lopen is de grootste, wereldwijde fitness activiteit.
Het doet me beter voelen. Dit betekent niet dat lopen me helemaal immuun zal maken tegen allerlei ziektes. Maar ik weet dat ik me altijd beter voel na een sessie. En dat is op zich al een krachtig medicijn.
Ik kan gaan voor moeilijk.
Lopen biedt eindeloze, uitdagende mogelijkheden, van sprint naar marathons. Ik hou ervan om mezelf uit te dagen.
Of ik kan gaan voor leuk en makkelijk.
Ik hoef niet te snel lopen en ik hoef geen persoonlijk record te vestigen om van een sessie te genieten. Ik krijg zowel mentale als fysieke voordelen van een langzame afstand als van een snelle loop. Lopen geeft me fantastische benen.
Ik heb niet dezelfde vorm als een Victorias Secret model. Maar ik heb veel mooier kuitspieren.
Ik heb geen handleiding nodig.
Weet je wat ik het leukste vind aan lopen? Het is zo zalig simpel. Als ik kan wandelen, dan kan ik lopen. Als ik een beetje meer loop, dan kan ik vijf km lopen. Nog een beetje meer, en ik heb een halve marathon. En nog een beetje meer en ik loop de marathon.
Lopen geeft me meer energie.
Ik weet niet waarom, maar het is alsof de zuurstof die door mijn aderen vloeit, mijn lichaam wakker maakt en mijn fysieke mogelijkheden meer inschakelt.
Lopen geeft me een rustig momentje.
Het verlicht stress, geeft me de tijd om na te denken, en te genieten van de natuur.
Lopen helpt me creatieve doorbraken te bereiken.
Archimedes bereikte zijn "Eureka!" moment in een warm bad. Ik gebruik lopen om mentale problemen op te lossen en beslissingen te nemen.

Marathon dag - Rotterdam 2008
Toen ik wakker werd op de marathon dag, voelde ik me goed, uitgerust en er helemaal klaar voor. Ik had de avond ervoor flink gegeten van de lasagne die Ian had klaargemaakt en ongeveer zes en een half uur geslapen. Die ochtend dronk ik nog koffie, sportdrank (toen nog wel, ondertussen is sportdrank een no-go voor mij geworden) en at havermout. En vervolgens reden we naar Rotterdam. Bij de start was ik niet nerveus, angstig of bezorgd, maar vreemd kalm en enthousiast om er tegen aan te gaan. Eenmaal vertrokken, voelde ik me echt goed. De lopers waren enthousiast, het publiek naast de kant juichte en er was veel muziek. Dit was leuk. De energie was fantastisch. Bij kilometer vijf, begon ik water te drinken en genoot van het hele gebeuren. Ik had plezier. Soms luisterde ik naar mijn iPod. Soms luisterde ik naar een muziekbandje langs de kant van de weg. Of soms naar de menigte die ons aanmoedigde als we passeerden. Ik kwam voorbij kilometer tien, en dat deed ik ook bij kilometer vijftien. De groep lopers was nu uitgedund, net zoals de mensen aan de kant. Maar het was een mooie dag in het voorjaar zonder regen. Ik probeerde het allemaal op te nemen zodat ik het me kon herinneren door rond te kijken en te genieten. Ik zag Ian en Sofie met hun ‘Go Annie!!’ bord, mijn ouders, Sam, en Patricia. Toen ik de 21,1 km-paal voorbij liep, glimlachte ik, en merkte op hoe goed ik me voelde. Inmiddels was de zon uitgekomen en daarmee warmde het flink op. Ik gooide mijn trui weg en liep door. Maar hier veranderde de zaken ook. Na dertig kilometer was er een saai gedeelte. Ik liep op een soort rijksweg, en er stonden geen toeschouwers meer. Hier liepen alleen maar lopers. Mijn energie daalde enorm. Bij kilometer drieendertig, begon ik tempo te verliezen en vertraagde ik een beetje. Ik had opeens zin om te huilen en ik zag mensen opgeven. Op dit punt dacht ik: "Ik kan het, ik kan het, ik kan het doen, dus ik ga het verdomme ook gewoon doen!" Toen ik kilometer vijfendertig bereikte was ik blij om te weten dat ik de laatste zeven nog maar moest doen. Op kilometer negenendertig, zag ik Ian opnieuw en vertelde hem dat het kut was. Op kilometer veertig, wilde ik gewoon dat het voorbij was. Ik bleef tegen mezelf zeggen dat de finish dicht in de buurt was, dat ik het kon doen. Ik luisterde naar "Eye of a Tiger" en focuste me op het neerzetten van mijn voeten op de maat van de muziek. De drukte rond het parcours nam terug toe, het gejuich was behulpzaam en vanaf dat moment was ik gewoon op zoek naar de finish. Ik rende langs een koppel dat naar mij keek en riep: "Je moet nog maar 1500 meter afleggen. Dit ga je halen!!" Het was geweldig. Op dat punt dacht ik, het zijn nog maar een paar minuten, maak dit nu maar even af. Ik liep over de finish in 4:36:46.