Cynthia V

   De psychoanalytische verklaring was prozaïscher. Dan gaan we ervan uit dat er ooit een eenheid tussen Cynthia en haar moeder bestond, die op een bepaald moment verloren ging, met als gevolg het ontstaan van een verlangen. Want ze verloor als kleuter niet haar moeder zelf, maar de eenheidsrelatie met de vrouw, de toestand van preverbale samenzijn. Vandaar het merkwaardige fenomeen dat zelfs haar moeder, als zogenaamd ‘oorspronkelijk’ liefdesobject, op zich ook niet meer voldoende was. 
   Deze harmonie werd het eerst verbroken bij Cynthia’s geboorte, een breuk die later overgedaan werd in en door taal. Hier situeerde zich het reële verlies. Het verlies van de dingen, door de introductie van het Symbolische, van de woorden. Vooraleer er taal was, functioneerden Cynthia’ behoeften automatisch. Als niet-talige baby en peuter maakte ze deel uit van de werkelijkheid zonder enige kans op reflectie zoals volwassenen dat via de taal kunnen doen. Na de introductie van de taal in haar leven, ontstond er een afstand, en dus een verschil. Dit gold eerst en vooral ten opzichte van haar moeder die een ‘ander’ werd. Maar het betrof verder ook ten opzichte van zichzelf, omdat er een eigen identiteit ontstond die reflexief overdacht kon worden via de taal. ‘Ik denk, dus ik ben’ toont die afstand. Taal is een brug, zegt men, maar het is een brug die terzelfder tijd de kloof installeert waar ze overheen gaat. Wat er onder die brug ligt, zijn we kwijt. Taal kon in Cynthia’s geval opgevat worden als een identiteitsmiddel. Via de taal kreeg zij een eigen identiteit mét daaraan gekoppelde regels. Ze was de dochter van, de zus van, de vriendin van… . Het was hier dat zij mens werd. Zij verlangde bepaalde zaken van iemand anders, maar als die ander zich dan gaf, dan bleek dat ook niet echt voldoende te zijn. Waar verlangde ze dan naar? Ze snakt naar een definitief verloren eenheid, het genot van een totaliteit die er ooit was. Want die harmonie hield haar drijvend. Eerst binnen de belangrijke relatie met haar moeder, daarna ook erbuiten. 
   In de tijd van radeloosheid na Mark’s verdwijning had ze dan ook een enorme begeerte naar harmonie. Een heldere structuur. Eventueel zwart-witte antwoorden op onzekere vragen. Ze geloofde na Mark’s plotselinge verdwijning in weinig meer en wou zich ergens aan vast klampen. Of het nu een politieke structuur, een religie of kunst was. Om zich staande te houden. En daarna zou ze het weer zelf doen, als ze terug steviger in haar schoenen stond en haar eigen verantwoordelijkheid op ging nemen. 
   Uit frustratie en onvermogen begon Cynthia dit verhaal te schrijven. Ze keek vertraagd terug naar de band die ze met Mark had. Ze splitste de relatie op in de honderden elementen die ze ooit bevatte en liet de beelden opnieuw de revue passeren middels herinneringen, dromen, nachtmerries en fantasieën. Ze ordende haar gedachten, schreef ze op en ontwierp een papieren wereld. Dunne, zwarte lijntjes vormden samen letters, woorden, zinnen, een verhaal op een wit vlak. Dit was voor de komende tijd haar communicatiemiddel naar de wereld toe. Haar code. Ze vertelde het verhaal van haar relatie met Mark. Het ene moment was hij nog hier, het volgende moment was hij weg. Cynthia was er nog steeds, maar de wereld was veranderd. Al schrijvend herschiep ze haar omgeving. Bracht ze haar heelal op orde. Bevestigde ze haar ritme. Door het met creatieve isolatie te omringen. 
   Taal was een middel om macht uit te oefenen, mensen te beïnvloeden. Cynthia hield van schrijven, omdat ze zich daar beter bij voelde dan als ze moest spreken. Dan hakkelde, stotterde en stamelde ze maar door. Bij het schrijven was er een grotere afstand tussen haar hoofd en hand, dan tussen haar hoofd en tong. En die afstand benutte ze om iets anders te zeggen dan datgene wat haar als eerste binnen geschoten was. En bovendien, en dat was de belangrijkste reden waarom ze schreef, putte ze er een enorme lust uit. De liefde en lust voor Mark waren verdwenen, maar de liefde en lust voor het schrijven, woorden en het denken erover waren gebleven.